Onder voorraad zien we meestal twee aspecten, te weten de voorraad handelsgoederen of grondstoffen en de werkvoorraad oftewel het onderhanden werk.
Een grote bedreiging voor de pandhouders op voorraden is het eigendomsvoorbehoud (art. 3:92 BW). Bij een breed geformuleerd eigendomsvoorbehoud, waarbij het voorbehoud ook tot zekerheid strekt van toekomstige vorderingen kan er geen pandrecht gevestigd worden, omdat het eigendom nooit overgegaan is op de vennootschap.
Zie: Hof Den Haag 2 september 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:4352 (Rabobank/Reuser q.q.)
Onderhanden werken zijn lastig te verpanden. Het gaat dan om een contractovername, waarvoor de opdrachtgever toestemming zal moeten verlenen. De gematerialiseerde vorderingen die voortvloeien uit een contract zijn wél verpandbaar. Gefactureerd of niet: als het maar enigerwijs uit de administratie blijkt of reconstrueerbaar is!
zie: Hof Arnhem-Leeuwarden 12 augustus 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6338