Een pandrecht is vergelijkbaar met een hypotheek(recht). Het verschil is dat het bij een hypotheekrecht over onroerende goederen gaat (bijvoorbeeld grond met woonhuis) waar een pandrecht niet op onroerende goederen gevestigd kan worden. Het pandrecht heeft dus niets te maken met een pand (een gebouw), maar met verpanding. Pandrecht kan op verschillende zaken rusten. Je kunt bijvoorbeeld pandrecht vestigen op vervoersmiddelen, inventaris, voorraad, debiteuren maar ook op aandelen.
Het doel van het vestigen van een pandrecht is de zekerheid dat een vordering wordt voldaan, ook bij een eventueel faillissement van de schuldenaar. Daarom vestigt een bank bij het verstrekken van een (werkkapitaal)financiering in de regel pandrechten (op inventaris, voorraad en debiteuren).
Je kunt binnen jouw structuur ook pandrechten vestigen voor vorderingen die je hebt. Wanneer jouw holding bijvoorbeeld een vordering heeft op de werkmaatschappij kun je hiervoor pandrechten bedingen als zekerheid. Wanneer de werkmaatschappij dan failliet gaat, kan de holding haar vordering verhalen onder het pandrecht (nog voor de belastingdienst, curator en het UWV). Het vestigen van pandrecht dient alsdan wel op de juiste wijze te hebben plaatsgevonden.